Thema avond: Tollens

Archief » Jaaroverzichten » Jaaroverzicht2016 » Thema avond: Tollens

Tollens bij Tollens
Op 15 april 2016 was het eindelijk zover: de dag waar we al weken naar uitkeken.
Want behalve de reguliere Tollens-avonden, organiseren wij eenmaal per jaar het inmiddels bij iedereen bekende evenement “Dichter bij de Muziek in de Koepelkerk, en ook eenmaal per jaar een thema-avond. Een avond helemaal gewijd aan één dichter of schrijver.

 


Maar wat weten we zelf eigenlijk van de dichter Tollens, aan wie we onze naam danken. Kloppen onze ideeën over die ietwat saaie 19e eeuwse dichter, oubollig en misschien”boring”, zoals de jongeren zouden zeggen, of is er iets anders te vertellen over de bekende schrijver van “Overwintering op Nova Zembla” en het omstreden volkslied “Wien Neerlands Bloed...”.
Wie kan ons dat beter vertellen dan de heer Ruud Poortier, van wie we tot onze verrassing eind
2014 zijn imposante proefschrift “Tollens Nagalm” mochten ontvangen?
De heer Poortier, die in november 2014 promoveerde op “Tollens Nagalm Het dichterschap van Hendrik Tollens (1780-1856) in de Nederlandse herinneringscultuur”.
Afgelopen vrijdag mochten we hem begroeten bij één van de leden thuis, voor een boeiende lezing met bijzondere illustraties.
De dichter Hendrik Tollens werd geboren in Rijswijk als zoon van een penseelmaker. Hij was zelf verfhandelaar naast zijn dichterschap. Zijn eerste gedicht schreef hij op 16 jarige leeftijd. Hij trouwde op zijn 19 e met Gerbranda, samen kregen zij 11 kinderen. Tollens was bij zijn drukke werk, toch een gezellige huisvader en klom op tot de hogere burgerij van Rotterdam. In zijn tijd was hij een geliefd en gelauwerd volksdichter en dat was toen een eretitel. In zijn beginjaren schreef hij ook pikante herders- en liefdesversjes. De verdere lezing vertelt de levensloop en carrière van Tollens, afgewisseld met toepasselijke gedichten, voorgedragen door Tollens-leden. Eén bijzonder gedicht “Oene van Sneek” wordt door Ruud Poortier verrassend gezongen.
In de tweede helft van zijn leven daalt de roem van Tollens enigszins, maar na 1830 beleeft hij een tweede hoogtepunt. Hij schrijft dan ook politiek getinte gedichten. Tussen zijn 53ste en 65ste levensjaar laat hij weinig ontwikkeling meer zien. Hij beleeft zijn pensioen in Rijswijk in wat nu nog steeds het Tollens-huis is, waar hij op 21 oktober 1856 overlijdt, letterlijk in het harnas: tijdens het corrigeren van een dichtbundel. In zijn leven werd Tollens verafgood, later werd hij verguisd, maar is hij nu vergeten? Niet helemaal, er zijn in Nederland verschillende Tollens-straten, er is een schip Tollens, in Finsterwolde is zelfs een dek-hengst Tollens genoemd; er wordt eens in de 5 jaar de Tollens-prijs uitgereikt, afgelopen jaar aan Hans Dorrestijn. En natuurlijk bestaat in Hoogezand-Sappemeer sinds 1853 de Rederijkerskamer Tollens, die in 1856 de toestemmingsbrief voor het voeren van die naam van de dichter Tollens kreeg, en sinds 1956 het Predicaat Koninklijk mag voeren. Maar na deze enthousiast lezing van afgelopen vrijdag weten wij dat Tollens ook heel toegankelijke, huiselijke en maatschappelijk betrokken gedichten heeft geschreven, de moeite waard om meer van te lezen.