Thema avond Rutger Kopland
Archief » Jaaroverzichten » Jaaroverzicht2017 » Thema avond Rutger Kopland
Thema avond over Rutger Kopland op 22 maart 2013.
We beginnen de avond met koffie en heerlijke appeltaart.
Na het huishoudelijke gedeelte zet Mieke om 21.25 uur de elpee de “Dreigroschenoper” op
en we horen Rutger Kopland zingen, in 1958, als hij 24 jaar is.
Mieke: vertelt over de veelzijdige persoon die hij was. Een gewone jongen uit Steenwijk,
studeerde medicijnen in Groningen, Mieke een jaar later na hem aan. Ze belicht zijn
onbekende kanten, hij was geen kamergeleerde, maar wel serieus. Had aanleg voor toneel
en cabaret, zat ook in de kroegcommissie van Mutua Fides. Hield wel van feesten en
dansen (met Mieke), zoals we op een foto kunnen zien. Ontmoette in die tijd ook zijn latere
vrouw, studiegenote Ineke Lambers. Ook was hij al actief op literair gebied, schreef in de
almanak 1958 van Vindicat, onder de naam Max Kwabe. Hij studeerde vlot af, werd
professor psychiatrie.
Hij is gewoon getrouwd, kreeg 3 dochters en bleef gewoon in Glimmen wonen. Werd wel
landelijk bekend, en zijn werk is vertaald in vele talen. Eén van de leden van een leesclubje
van Mieke had de Franse vertaling van 2 wintergedichten, uit het boekje “Songer à partir”.
De laatste jaren gaat het slecht met zijn gezondheid en hij overlijdt op 11 juli 2011.
Emmy: proza. Ze heeft weken gezocht naar haar proza fragment, het bleek uiteindelijk de
inleiding van het boekje van Henk: Vaak wordt gevraagd “Wat bedoelt de dichter”. Dit is
geen goede vraag. Wie is de persoon van de dichter, waarom stelt hij de lezer voor
raadsels. Het begin is moeilijk, hierna gaat elk woord tellen.
Op papier hebben woorden alleen elkaar, een leidraad buiten jezelf. Schrijven is een vorm
van uitvinden van wat je in je hoofd hebt, waarheden liggen niet klaar. Een dichter herkent
een onbekend stuk van zichzelf.
Henk: Mieke en Henk zijn 25 jaar geleden getrouwd in Dalfsen.
Ben Kraan heeft daar toen het voor en toepasselijke gedicht "Onder de appelboom"
voorgedragen. Uit het boek “101 Bekende Groningers” blijkt dat Kopland stond voor
“praten en pillen”. Melancholie en ironie is de Kopland-methode.
Jan Albert: Kopland was professor toen hij hem leerde kennen, maar ze hadden niet veel
contact. Hij was heel serieus. Uit de periode 1980 tot 1990 heeft Jan Albert 2 gedichten
gekozen uit de bundel Dit uitzicht (1982): “Nu we weten” en “Stil”.
Hilda en Piet: de latere periode.
Uit de bundel “Toen ik dit zag” (2008) leest Hilda het gedicht “Geit” ( bij een schilderij van
Jan Mankes). In de haiku-bundel In Vogelvlucht vond ze toevallig een door Kopland
geschreven afscheids-haiku over diezelfde geit. De laatste, postuum uitgegeven gedichten
verschenen in november 2012 in het tijdschrift Das Magazin. Daaruit leest ze “Het tikt”.
Uit hetzelfde tijdschrift leest Piet het schilderachtige “Peizermade”.
Jan Albert heeft een CD meegenomen die verscheen bij de 75-e verjaardag van Kopland
samen met saxofonist Martin Tervoort. We horen heel indrukwekkend hoe de oude
Kopland zelf zijn gedicht “De kunst van het doodgaan” voorleest.
Hilda